Inwonersdichtheid in kernen
- Laatste update
-
- Volgende update
-
28/02/2028
- Temporeel bereik
-
2013-2022
Op deze pagina
Aantal kerninwoners stijgt, maar inwonersdichtheid neemt af
Verhoging van het ruimtelijk rendement is één van de centrale doelstellingen in de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Hierin wordt ruimtelijk rendement gedefinieerd als “de mate waarin het ruimtebeslag gebruikt wordt voor maatschappelijke doeleinden. Het genereren van hoger ruimtelijk rendement gebeurt door meer activiteiten op eenzelfde oppervlakte te organiseren zonder afbreuk te doen aan de leefkwaliteit, en dit op de best gelegen plaatsen. De ontwikkeling van woongelegenheden, werkplekken, voorzieningen en infrastructuren gebeurt door bestaande bebouwde ruimtes te transformeren en zo weinig mogelijk door open en onbebouwde ruimte in te nemen”. Kernen zijn plekken waar gebouwen een grote oppervlakte innemen of een hoge dichtheid aan gebouwen of huishoudens voorkomt. Aangezien hier al intensiever gewoond wordt, zijn kernen bij uitstek geschikt om verder te verdichten.
In 2022 woonde 73,4% van de bevolking (4 915 086 Vlamingen) in een kern. Dat zijn 530 499 inwoners meer dan in 2013, wat overeenkomt met een stijging van bijna 5 procentpunten. Het toenemend aandeel van kerninwoners kan op twee manieren verklaard worden. Enerzijds is het mogelijk dat steeds meer Vlamingen aangetrokken worden door het leven in een kern, bv. vanwege de nabijheid van voorzieningen, en verhuizen. Anderzijds werden sommige gebieden die in 2013 geen kern waren dit wel in 2022, waardoor de inwoners van die gebieden kerninwoners werden.
Tegelijkertijd is de inwonersdichtheid tussen 2013 en 2022 licht afgenomen, van 32,7 naar 32 inwoners per ha kerngebied. Dit komt omdat de kernen sneller zijn gegroeid in oppervlakte (+19 718 ha; +14,7%) dan dat er inwoners bijkwamen (+12,1%). De dalende inwonersdichtheid ligt dus niet in lijn met de doelstelling rond verdichting in de strategische visie van het BRV.
Steeds meer Vlamingen wonen in een verstedelijkte kern
Binnen de kernen kan een onderscheid gemaakt worden tussen de kerntypes verstedelijkte kernen, regionale kernen en kleine dorpskernen. Een grote stad heeft immers niet dezelfde opgaves als een landelijk dorp. Verstedelijkte kernen hebben een hoog aandeel ruimtebeslag, een groot aanbod aan activiteiten en een hoge inwonersdichtheid. Voorbeelden zijn Antwerpen, Oostende, Dendermonde en Boom. De andere kerntypes liggen in het randstedelijk of landelijk gebied. Regionale kernen hebben vaak minder inwoners dan de verstedelijkte kernen, maar vormen wel een pool in hun regio. Hoogstraten, Wetteren, Koksijde en Maaseik zijn voorbeelden van regionale kernen. De kleine dorpskernen, zoals bijvoorbeeld Hoegaarden en Meise, ten slotte hebben het kleinste aantal inwoners en vaak minder voorzieningen. Landelijke kleine woonconcentraties zoals Westvleteren (‘andere kernen’ in de grafiek hieronder) werden omwille van hun beperkte omvang en afgelegen ligging niet meegenomen in de analyse van de kerntypes.
Het aandeel van de bevolking dat in verstedelijkte kernen woont is het sterkst gestegen, naar bijna 3 miljoen Vlamingen. Ook in de kleine dorpskernen is het aantal inwoners toegenomen. Enkel in de regionale kernen is de bevolking niet significant gestegen.
Kernen breiden uit en verdichten niet
In de verstedelijkte kernen woonden de inwoners het dichtst op elkaar in 2022 met 41,3 inwoners per ha. In de regionale kernen en kleine dorpskernen was dit respectievelijk 27,1 en 23,4 inwoners per ha. De inwonersdichtheid is in alle kerntypes afgenomen ten opzichte van 2013, met de grootste daling in de regionale kernen.
De totale oppervlakte van de regionale kernen is met 14,2% toegenomen tussen 2013 en 2022. Er kwamen dus niet voldoende inwoners bij in deze kernen (+9,6%) om verdichting te bekomen. Diest groeide bijvoorbeeld sterk aan, van 288 ha in 2013 naar 332 ha in 2022, omdat een groter gebied ging voldoen aan de definitie van een kern. Bij deze uitbreiding van het kerngebied was de toename van 10 397 inwoners naar 11 486 te beperkt om tot verdichting te komen.

In de verstedelijkte kernen nam de inwonersdichtheid slechts beperkt af. De aangroei van de oppervlakte van dit kerntype (+14,1%, gelijkaardig aan de regionale kernen) ging met andere woorden gepaard met een bijna evenredige toename van het aantal inwoners (+13,1%). Zo ging Maasmechelen van 855 ha in 2013 naar 973 ha in 2022, waarbij zelfs een kleinere kern werd “opgeslokt”. De stijging van het aantal inwoners van 23 661 naar 26 540 hield de afname van de inwonersdichtheid binnen de perken.
De kleine dorpskernen zijn relatief gezien het meest toegenomen in oppervlakte (+16,3%). De stijging van het aantal inwoners in deze kernen (+12,6%) is vergelijkbaar met die in de verstedelijkte kernen. Oordegem groeide bijvoorbeeld van 59 ha naar 68 ha tussen 2013 en 2022. Omdat de bevolking slechts steeg van 1 375 naar 1 539 inwoners vond ook hier een daling in de inwonersdichtheid plaats.
Aanvullende informatie
Definitie
Kernen worden in het Ruimterapport 2018 gedefinieerd als een ruimtelijke woonomgeving die contrasteert met linten en verspreide bebouwing. Kernen worden gekenmerkt door een relatief hoge dichtheid aan gebouwen, een voldoende hoge oppervlakte aan gebouwen of een voldoende hoge dichtheid aan huishoudens (zie Methodiek voor meer info). Het begrip "kern" hangt niet af van administratieve grenzen; een kern kan zich over meerdere gemeenten uitstrekken en een gemeente kan meerdere kernen bevatten.
Verantwoording en beleidscontext
De strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) stelt dat het ruimtelijk rendement in het bestaande ruimtebeslag moet verhogen. Ruimtelijke principes zoals verdichten, verweven, hergebruik en tijdelijk ruimtegebruik zijn richtinggevend. Ruimtelijk uitbreiden zou de uitzondering moeten zijn. De bevolkingsdichtheid op locaties met een goede knooppunt- en voorzieningenwaarde geeft een indicatie of het ruimtelijk rendement al dan niet verhoogt. Kernen hebben gemiddeld gezien reeds een hoog aanbod aan voorzieningen, en zijn dus beleidsmatig gewenste plekken om te verdichten.
Doelen
Er zijn enkel kwalitatieve doelstellingen voor verdichting en ruimtelijk rendement in de strategische visie van het BRV. In de toekomst mag er geen ruimtebeslag meer bijkomen, terwijl de bevolking in Vlaanderen wel zal blijven toenemen. De verhouding tussen het aantal inwoners en het ruimtebeslag moet volgens het gewenst beleid dus omhoog. Verdichting staat zo in direct verband met de doelstelling om geen bijkomende open ruimte in te nemen.
Gerelateerde documenten
Databronnen
- Kernen 2013, 2016, 2019 en 2022
- Verstedelijkt, randstedelijk en landelijk gebied 2013, 2016, 2019 en 2022
Berekeningswijze
De kernen werden gedefinieerd als de plekken met een relatief hoge dichtheid aan gebouwen, een voldoende hoge oppervlakte aan gebouwen of een voldoende hoge dichtheid aan huishoudens. Ze hebben een minimale oppervlakte van 5 ha en worden bewoond door minimaal 20 huishoudens. Voor meer info over de methodiek van de kernen wordt verwezen naar het Ruimterapport 2018.
De onderverdeling in de kerntypes verstedelijkte kernen, regionale kernen en kleine dorpskernen kwam tot stand door een kruising van de kernen o.b.v. hun inwonersaantal met hun ligging in het verstedelijkt, randstedelijk of landelijk gebied. Kernen die overeenkomen met een landelijke kleine woonconcentratie werden niet meegenomen in de analyse, omdat de toepassing van de ruimtelijke rendementsprincipes hier minder gewenst is. Voor meer info over de methodiek van de kerntypes wordt verwezen naar het Themarapport Bouwshift.
Gerelateerde documenten
- Laatste update
-
- Volgende update
-
28/02/2028
- Periodiciteit
- 3-jaarlijks
- Temporeel bereik
-
2013-2022
- Geografisch bereik
- Vlaanderen
Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen
Verwante indicatoren
Download
Vragen?
Mail uw vraag of suggestie naar het Vlaams Planbureau voor Omgeving.