Verharding in openruimtebestemmingen
- Laatste update
-
- Volgende update
-
01/10/2026
- Temporeel bereik
-
2013-2023
Op deze pagina
Verharding in openruimtebestemmingen is toegenomen sinds 2015
Met 15,7% verharde oppervlakte is Vlaanderen één van de meest verharde gebieden van Europa. Dit leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen daarom een belangrijk onderdeel binnen de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Verharding beschouwen we hierbij als het bedekken van de bodem met kunstmatige materialen.
Eén van de BRV-ambities is om tegen 2050 de verhardingsgraad in de bestemde open ruimte te verlagen met minstens 20% ten opzichte van 2015. Dit komt neer op een afname met zo’n 9 200 ha. In 2023 was 48 400 ha (5,1%) binnen de openruimtebestemmingen verhard. Dit is een stijging met netto 2 370 ha (+5,1%) ten opzichte van 2015. De trend verwijdert zich dus van het streefdoel. Ook de verharding in de harde bestemmingen en in ruimtebeslag nemen toe.
Verharding in bestemd landbouwgebied verantwoordelijk voor stijging
De stijgende trend kan bijna volledig toegeschreven worden aan de toenemende verharding in bestemd landbouwgebied (+2 100 ha oftewel +4,9% tussen 2015 en 2023). In de natuur- en bosbestemmingen blijft de verharde oppervlakte daarentegen relatief constant doorheen de tijd.
Een eerste oppervlakkige analyse laat uitschijnen dat de toenemende verharding binnen de landbouwbestemmingen enerzijds te maken heeft met alle zonevreemde functies binnen het bestemd landbouwgebied en anderzijds met de schaalvergroting binnen de landbouw zelf.
Veel opportuniteiten voor ontharding
Om de doelstelling van de afname van de verhardingsgraad in openruimtebestemmingen te realiseren, is het niet alleen nodig om bijkomende verharding zoveel mogelijk te vermijden, maar ook om actief te ontharden. Verouderd agrarisch landgoed, vaak een zonevreemde constructie, komt hiervoor in aanmerking.
Aanvullende informatie
Definitie
Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert ‘bodemafdekking’ als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen van gebouwen, wegen, parkings …, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan. Deze definitie is gebaseerd op de definitie die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: ‘the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process’.
Conform de definitie hierboven werd het bedekken van de bodem met kunstmatige materialen als ‘verharding’ beschouwd. Hierbij werd geen rekening gehouden met de waterdoorlaatbaarheid van het materiaal.
Om de openruimtebestemmingen te bepalen, werden de bestemmingscategorieën ‘Natuur’ (03), ‘Bos’ (05) en ‘Landbouw’ (06) van de Ruimteboekhouding RSV gekozen.
Verantwoording
Verharding leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Het duurzaam omgaan met de ruimte staat dan voorop om een gezonde leefomgeving te realiseren en de klimaatuitdagingen aan te gaan. Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen belangrijke maatregelen om dit te realiseren.
Beleidscontext
De conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen formuleert de ambitie om de verhardingsgraad in de bestemmingen landbouw, natuur en bos tegen 2050 met minstens 1/5de terug te dringen ten opzichte van 2015. De oppervlakte met de bestemming natuur of bos dient toe te nemen tot 218 000 ha tegen 2040. Bestemd landbouwgebied moet dalen tot 765 000 ha. Om te zorgen voor voldoende agrarisch gebied, in hoofdzaak bestemd voor beroepslandbouw, wordt o.a. zonevreemd gebruik tegengegaan, krijgen actieve landbouwers toegang tot gronden en worden slecht gelegen harde bestemmingen herbestemd naar openruimtegebied. Het doel hiervan is dat in 2050 in de Speciale Beschermingszones alle maatregelen zijn genomen en ingrepen zijn uitgevoerd zodat een gunstige staat van instandhouding is bereikt, waarbij rekening is gehouden met socio-economische factoren.
Vanuit de Taskforce Bouwshift kwam de aanbeveling voor een systematische monitoring van landgebruik, ruimtebeslag en verharding om de voortgang van de bouwshift en de vordering richting ruimteneutraliteit te kunnen evalueren. In functie van het BRV worden de twee hoofdindicatoren, ruimtebeslag en verharding, best jaarlijks of tweejaarlijks gemeten.
Daarnaast zet de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling via de transitieprioriteit ‘Omgeving voor de toekomst’ in op het “versterken van ecosystemen (en het vergroten van de waardering van ecosysteemdiensten) met respect voor de ruimte voor landbouw en andere gebruikers en functies, waaronder natuur en water”. Verharding beperkt het functioneren van de bodem voor het vervullen van ecosysteemdiensten.
Doelen
In de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen staat: “Binnen het zonevreemd ruimtebeslag in de bestemmingen landbouw, natuur en bos is de ambitie om de verharding met minstens 20% terug te dringen ten opzichte van 2015”.
Gerelateerde documenten
Databronnen
- Jaarlijkse bodemafdekkingskaarten (JaarBAK), 1m-resolutie
- Geodata achter Ruimteboekhouding RSV
Berekeningswijze
De indicator wordt berekend via een overlay van de jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) met de geodata achter de Ruimteboekhouding RSV (categorieën ‘Natuur’ (03), ‘Bos’ (05) en ‘Landbouw’ (06)).
De JaarBAK werd opgesteld door informatie uit het Grootschalig Referentiebestand (GRB) te combineren met gemodelleerde bodemafdekking o.b.v. van artificiële intelligentie. Gegevens uit het GRB over water geven informatie over vaststaande niet-afdekking. De gebouwen, wegen en spoorwegen in het GRB geven aan waar met zekerheid afdekking ligt. Er werden evenwel algoritmes ontwikkeld om de begroeide onderdelen van weg- en spoorinfrastructuur, zoals middenbermen van autosnelwegen, te detecteren als ‘niet-afgedekt’.
De gemodelleerde bodemafdekking werd bekomen met een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Een belangrijk aandeel bodemafdekking in de vorm van bv. parkings, private opritten en tuinterrassen zit namelijk niet (afdoende) in administratieve databanken (zoals het GRB). Die “resterende” bodemafdekking in Vlaanderen werd in rekening gebracht met het model.
Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport ‘Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen: toestand 2023’.
Gerelateerde documenten
- Laatste update
-
- Volgende update
-
01/10/2026
- Periodiciteit
- Jaarlijks
- Temporeel bereik
-
2013-2023
- Geografisch bereik
- Vlaanderen
Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen
Verwante indicatoren
Download
Vragen?
Mail uw vraag of suggestie naar het Vlaams Planbureau voor Omgeving.