Verharding

Laatste update

Volgende update

01/05/2025

Temporeel bereik

2013-2022

Op deze pagina

Ruim 15% van Vlaanderen is verhard

Vlaanderen is één van de meest verharde gebieden van Europa. Dit leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, hitteproblemen in stads- en dorpskernen, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen daarom een belangrijk onderdeel binnen de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Hierin werden specifieke doelstellingen vastgelegd voor verharding in harde en in openruimtebestemmingen. Verharding beschouwen we hierbij als het bedekken van de bodem met kunstmatige materialen.

De verharding van de totale oppervlakte van Vlaanderen steeg van 14,2% in 2013 naar 15,3% in 2022. Dit is een toename van 15 860 ha (+8,2%) en komt overeen met een verhardingssnelheid van 4,8 ha/dag.


De verharding in Vlaanderen hangt heel nauw samen met het landgebruik. De gebieden in gebruik voor huizen en tuinen, transportinfrastructuur en industrie zijn samen verantwoordelijk voor drie kwart van de verharde oppervlakte. Vooral in deze gebieden neemt de verharding in het ruimtebeslag verder toe.


Verhardingsvoetafdruk neemt toe

De verhardingsvoetafdruk in Vlaanderen bedroeg 302 m² per inwoner in 2013 en is gestegen tot 310 m² per inwoner in 2022. De verhardingsvoetafdruk wordt berekend als de verharde oppervlakte gedeeld door het aantal inwoners. Dit betekent dat op 9 jaar tijd de gemiddelde oppervlakte aan verharding per inwoner is toegenomen. Dit kan het resultaat zijn van individuele acties, zoals het aanleggen van extra terrassen of het uitbreiden van de woning, maar uiteraard ook van verhardingen in industriegebied en in het publiek domein, zoals bijkomende infrastructuurwerken.

Slechts een derde van de bijgekomen verharding ligt op gewenste locaties

De ligging en uitbreiding van de verharde oppervlakte kunnen getoetst worden aan de ruimtelijke principes van de strategische visie van het BRV. Volgens deze principes moet gestreefd worden naar de (verdere) ontwikkeling van plekken met voldoende voorzieningen, een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer en een gunstige ligging t.o.v. de open ruimte.

Slechts 31% (4 950 ha) van de verharding die er tussen 2013 en 2022 bijgekomen is scoort goed volgens de BRV-principes. Bijna de helft (7 660 ha) van de extra verharde oppervlakte scoort slecht. Over de resterende 21% (3 250 ha) kan geen uitspraak gedaan worden, bv. omdat deze plekken veel voorzieningen hebben, maar een slechte bereikbaarheid, of omgekeerd. Gelijkaardige verhoudingen komen ook terug bij de toetsing van de totale verharde oppervlakte in zowel 2013 als 2022. Aangezien nog steeds de helft van de verharde oppervlakte op plekken ligt die minder gewenst zijn voor ontwikkeling, zien we dus geen beleidsmatig gewenste verschuivingen.

Een positieve score volgens de BRV-principes zegt uitsluitend iets over de locatie, en dus niet over de (ruimtelijke) kwaliteit van een uitbreiding. Bovendien zorgt de focus op een mix van wonen, werken en voorzieningen ervoor dat gebiedsspecifieke – maar niet per se ongewenste – ontwikkelingen, zoals verharding binnen zeehavengebied of voor landbouwinfrastructuur, vaak negatief scoren. Toch geven de cijfers duidelijk aan dat de bijgekomen verharding de visie van het BRV over het algemeen niet volgt.


Veel onthardingsopportuniteiten voor particulieren, bedrijven en overheden

Om de verhardingsdoelstellingen te realiseren, is het niet alleen nodig om bijkomende verharding zoveel mogelijk te vermijden, maar ook om actief te ontharden. Een proactieve aanpak integreert ontharding in projecten als infiltratie-initiatieven, rioleringswerken of de heraanleg van wegen en pleinen. Er zijn veel onthardingsopportuniteiten in Vlaanderen: 

  • 27% van de tuinoppervlakte in Vlaanderen is verhard. Particulieren kunnen helpen om dit aandeel te verminderen.
  • Bedrijven kunnen inzetten op kleinschalige onthardingsinitiatieven op de 40 000 ha aan industrie- en bedrijventerreinen, zonder de werking van de site te verstoren.
  • Voor de vergroening van (semi)publieke ruimtes zoals pleinen, markten, campussen en schoolomgevingen is vaak voldoende draagvlak.
  • De kansenkaart onthardingswinst identificeert bijna 20 000 km aan Vlaamse wegen zonder essentiële functie, zoals overgedimensioneerde infrastructuur of verharde bermen en zones tussen wegdelen.
  • Verouderd agrarisch landgoed ligt vaak als zonevreemde constructie in openruimtebestemmingen.
  • Parkings nemen 0,8% van de oppervlakte van Vlaanderen in.

Aanvullende informatie

​​​​​​Definitie

Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert ‘bodemafdekking’ als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen van gebouwen, wegen, parkings …, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan. Deze definitie is gebaseerd op de definitie die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process.

Conform de definitie hierboven werd voor deze indicator gekozen om het bedekken van de bodem met kunstmatige materialen als ‘verharding’ te beschouwen. Hierbij werd geen rekening gehouden met de waterdoorlaatbaarheid van het materiaal. 

Verantwoording

Verharding leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, hitteproblemen in stads- en dorpskernen, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Het duurzaam omgaan met de ruimte staat dan ook voorop om een gezonde leefomgeving te realiseren en de klimaatuitdagingen aan te gaan. Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen belangrijke maatregelen om dit te realiseren.

Beleidscontext

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact formuleert de doelstelling om 1 m² per Vlaming te ontharden vanaf 2021 t.e.m. 2030 (= 6,6 miljoen m² ontharding). Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen eveneens een belangrijk onderdeel binnen de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV).

Vanuit de Taskforce Bouwshift kwam de aanbeveling voor een systematische monitoring van landgebruik, ruimtebeslag en verharding om de voortgang van de bouwshift en de vordering richting ruimteneutraliteit te kunnen evalueren. In functie van het BRV worden de twee hoofdindicatoren, ruimtebeslag en verharding, best jaarlijks of tweejaarlijks gemeten.

Daarnaast zet de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling via de transitieprioriteit ‘Omgeving voor de toekomst’ in op het “versterken van ecosystemen (en het vergroten van de waardering van ecosysteemdiensten) met respect voor de ruimte voor landbouw en andere gebruikers en functies, waaronder natuur en water”. Verharding beperkt het functioneren van de bodem voor het vervullen van ecosysteemdiensten.

Doelen

Binnen de strategische doelstelling ‘Netwerk van groenblauwe aders’ van de strategische visie BRV wordt gesteld dat de verhardingsgraad binnen de bestemmingen gedomineerd door ruimtebeslag tegen 2050 gestabiliseerd is en bij voorkeur teruggedrongen ten opzichte van 2015. De verharding neemt na 2050 niet meer toe.

Gerelateerde documenten

​​​​​​Databronnen

  • Jaarlijkse bodemafdekkingskaarten (JaarBAK), 1 m-resolutie
  • Landgebruikskaart 2022, 10 m-resolutie
  • Kansenkaart Ruimtelijk Uitbreiden (toestand 2022), 10 m-resolutie
  • Inwonersstatistieken

Berekeningswijze

JaarBAK

De JaarBAK werd opgesteld door informatie uit het Grootschalig Referentiebestand (GRB) te combineren met gemodelleerde bodemafdekking o.b.v. van artificiële intelligentie. Gegevens uit het GRB over water geven informatie over vaststaande niet-afdekking. De gebouwen, wegen en spoorwegen in het GRB geven aan waar met zekerheid afdekking ligt. Er werden evenwel algoritmes ontwikkeld om de begroeide onderdelen van weg- en spoorinfrastructuur, zoals middenbermen van autosnelwegen, te detecteren als ‘niet-afgedekt’. 
De gemodelleerde bodemafdekking werd bekomen met een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Een belangrijk aandeel bodemafdekking in de vorm van bv. parkings, private opritten en tuinterrassen zit namelijk niet (afdoende) in administratieve databanken (zoals GRB). Die “resterende” bodemafdekking in Vlaanderen werd nu in rekening gebracht met het model.

De JaarBAK van het meest recente jaar is een voorlopige versie zonder continuïteitscorrectie. Die correctie zet afwijkingen doorheen de tijd recht, maar kan enkel toegepast worden wanneer ook de JaarBAK van het volgende jaar bestaat. Zodra dit het geval is, wordt deze voorlopige versie vervangen door de definitieve versie.

Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport ‘Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen’.

Landgebruikskaart

Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de landgebruikskaart wordt verwezen naar het technisch rapport ‘Landgebruik en ruimtebeslag in Vlaanderen, toestand 2022’.

Kansenkaart Ruimtelijk Uitbreiden

De kansenkaart ‘Ruimtelijk Uitbreiden’ is een potentiekaart die vanuit Vlaams perspectief de plekken aangeeft waar ruimtelijke uitbreiding buiten het ruimtebeslag in de toekomst wenselijk is volgens de ruimtelijke principes opgenomen in de Strategische Visie van het BRV. Deze uitbreiding wordt opgenomen als ze een uitzondering vormt en redelijke alternatieven via rendementsverhoging binnen het bestaande ruimtebeslag niet toereikend zijn. De gehanteerde ruimtelijke criteria volgen de ontwikkelingsprincipes uit de Strategische Visie van het BRV (knooppuntwaarde en voorzieningenniveau, fysisch systeem als basis, verweven waar het kan en gescheiden waar het moet, en energie-uitwisseling ruimtelijk stimuleren). Ze zijn enkel relevant voor de locatiekeuze van gemengde omgevingen met een mix van wonen, werken en voorzieningen.

Gerelateerde documenten

Laatste update

Volgende update

01/05/2025

Periodiciteit
Jaarlijks
Temporeel bereik

2013-2022

Geografisch bereik
Vlaanderen

Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen