Energieproductiviteit

Laatste update

Op deze pagina

De Vlaamse energieproductiviteit verbetert in de loop der tijd

De energieproductiviteit geeft de verhouding weer tussen het reëel bruto binnenlands product (BBP) en het binnenlands energieverbruik, uitgedrukt in megajoule. Voor deze indicator wordt het energieverbruik van huishoudens buiten beschouwing gelaten. Het gaat dus enkel over de energieproductiviteit van de Vlaamse economische activiteiten.

De Vlaamse energieproductiviteit verbetert in de loop der tijd. Deze verbetering is voornamelijk toe te wijzen aan een toename in het BBP. Tussen 2005 en 2015 nam het energieverbruik af wat de productiviteit ten goede kwam, maar de laatste jaren stagneerde dit verbruik en zagen we zelfs een lichte toename in enkele jaren. In 2020 nam het energieverbruik af, maar de daling in het BBP ten gevolge van de crisis was sterker waardoor de broeikasgasproductiviteit in dat jaar opnieuw afnam. De evolutie van het energieverbruik loopt echter in het algemeen grillig doordat dit sterk varieert van jaar tot jaar. Voor Vlaanderen worden verbeteringen in energieproductiviteit vooral gerealiseerd in de energiesector zelf en de industrie.

Verbeteringen in de Vlaamse energieproductiviteit worden vooral gerealiseerd in de energiesector zelf en de industrie

Bij de sector handel & diensten zorgt gebouwverwarming van kantoren voor het grootste aandeel in het totale eindgebruik. Hierdoor zorgen weersomstandigheden voor belangrijke fluctuaties in het totale verbruik. Daarnaast neemt het energieverbruik in gebouwen langzaam af door renovaties en nieuwbouw.

In de energiesector heeft de sluiting van enkele elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen, de uitbouw van hernieuwbare energieproductie voor elektriciteit en warmte, en een verbetering van de energie-efficiëntie tot belangrijke reducties geleid. Bij de industrie kan de afname het gevolg zijn van verbeteringen in energie-efficiëntie onder invloed van het Europees emissiehandelssysteem en de energieconvenanten met de Vlaamse overheid, maar ook een verplaatsing van industriële activiteiten naar andere landen.

In de transportsector stellen we weinig verbetering vast. Maatregelen zoals de aangescherpte uitstootnormen voor nieuw verkochte personenvoertuigen en het rekeningrijden voor goederentransport verlagen het energieverbruik per gereden kilometer, maar worden deels tenietgedaan door de toename van de hoeveelheid wegtransport, vooral bij goederenvervoer.

De energieproductiviteit in de landbouwsector verbetert beperkt door investeringen in energiebesparende en hernieuwbare technologieën.

Meer details over de evolutie van ons energiegebruik zijn te vinden op de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).

De Vlaamse energieproductiviteit is bij de laagste van Europa

In vergelijking met de andere Europese landen, stond Vlaanderen in 2020 achteraan wanneer het op energieproductiviteit aankomt. De energieproductiviteit in de best scorende landen ligt twee tot drie keer hoger dan in Vlaanderen. De vooruitgang die in Vlaanderen heeft plaatsgevonden de voorbije 20 jaar is ook minder uitgesproken dan in deze landen.

De verklaringen hiervoor zijn grotendeels dezelfde als bij de evolutie van de broeikasgasproductiviteit. Ook hier kan het verschil met andere landen deels verklaard worden door de samenstelling van onze economie. Zo hebben we een relatief groot aandeel industrie en is er in de industrie een belangrijke aanwezigheid van energie-intensieve sectoren als staal, raffinage en chemie. Wel is duidelijk dat er in de toekomst sterker zal moeten ingezet worden op energie-efficiëntere processen.
Daarbij komt een grote mobiliteitsconsumptie en een intensieve landbouwsector.

Daarnaast zijn er voor de specifieke sectoren diverse factoren die een vooruitgang t.o.v. andere landen moeilijker maken.

De relatief lage energieproductiviteit bij industrie is vooral te wijten aan een belangrijke aanwezigheid van energie-intensieve sectoren zoals staal, raffinage en chemie. Het is moeilijk te beoordelen of de technologische prestatie van de industrie op vlak van energie minder is. Regulering is vooral Europees georganiseerd door een emissiehandelssysteem.

Op vlak van transport is de stand van de technologie niet anders dan in andere landen, maar speelt vooral de toegenomen hoeveelheid transport een rol. Dit is vooral te wijten aan de onophoudelijke toename van de activiteit van het wegtransport, vooral het vrachtvervoer, waar we relatief gezien t.o.v. de meeste Europese landen een iets grotere toename zien.

Aanvullende informatie

Met energiegebruik wordt hier het primair energieverbruik bedoeld zoals berekend door het Vlaams Energie- en Klimaat Agentschap, waarvan het verbruik van internationale scheepvaart (bunkers) wordt afgetrokken om de gegevens vergelijkbaar te maken met deze van Eurostat. Voor deze indicator werd het energiegebruik van de huishoudens niet meegenomen. Dit verbruik wordt in een aparte indicator besproken.

Om de evolutie binnen Vlaanderen in de tijd te bekijken is het BBP uitgedrukt in kettingeuro's met referentiejaar 2015. Het BPP in kettingeuro’s is een synoniem voor het BBP in constante prijzen en wordt berekend aan de hand van het groeipercentage. Bij een vergelijking tussen landen is het BBP uitgedrukt in euro koopkrachtpariteiten. Dit omdat een uitdrukking in kettingeuro’s het niet mogelijk maakt om de niveaus over de landen te vergelijken.

Brondata

VEKA – De Vlaamse Energiebalans

Eurostat – Complete Energiebalansen

Instituut voor Nationale Rekeningen, Regionale rekeningen – BBP Vlaanderen

Europese Commissie AMECO – BBP Europese landen

Laatste update

Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen