Strengheid van het milieubeleid

Laatste update

Op deze pagina

De strengheid van het Vlaams milieubeleid neemt toe in de tijd

De indicator “strengheid van het milieubeleid” wordt gedefinieerd als de mate waarin het milieubeleid een impliciete of expliciete prijs kleeft op vervuiling of milieuschadelijk gedrag. Dit kan o.a. gebeuren door middel van taksen, handelssystemen en uitstootplafonds. De methodologie van de 'Strengheid van het milieubeleid’ werd ontwikkeld door Botta & Kozluk (2014) voor de OESO. Het gaat hier over een samengestelde indicator, waarin marktgebaseerd beleid (taksen, handelssystemen, terugleververgoedingen of feed-in-tarieven en waarborgsystemen) en niet-marktgebaseerd beleid (uitstootplafonds en overheidsuitgaven voor onderzoek & ontwikkeling) wordt vergeleken. Er is dus deels wat overlap met andere indicatoren.

De strengheid van het Vlaams milieubeleid neemt toe in de tijd, maar weliswaar heel beperkt. De strengheid van het beleid stagneert dus.
In 2005 steeg de index bijvoorbeeld door de aanscherping van de uitstootnormen in de Europese Unie voor nieuwgebouwde kolencentrales en het zwavelgehalte in diesel voor wegverkeer en de invoering van het Europese emissiehandelssysteem (ETS). De terugleververgoedingen voor zonne- en windenergie werden in 2006 ingevoerd, in Vlaanderen was dit onder de vorm van groenestroomcertificaten (GSC), wat de score na 2005 verder deed stijgen. In 2014 is er een stijging door een hoger bedrag dat werd besteed voor onderzoek & ontwikkeling in het domein van hernieuwbare energie. De verdeling overheen de verschillende componenten die deel uitmaken van de index blijft ongeveer gelijk.

In termen van strengheid van het milieubeleid scoort Vlaanderen gemiddeld in vergelijking met de Europese landen

In 2019 stond Vlaanderen in de Europese middenmoot. Onze positie verslechterde iet wat ten opzichte van 2015. Door een wijziging in de methodologie op OESO-niveau is het wel minder makkelijk om Vlaanderen en de Europese landen te vergelijken. Zie methodologie hieronder.

Met uitzondering van een paar landen werd het milieubeleid in Europa strenger overheen de jaren, al is er wel een vertraging in de groei zelf.

Aanvullende informatie

Om de strengheid van het milieubeleid in Vlaanderen te berekenen werd de daarvoor ontwikkelde methodologie (Botta & Kozluk, 2014) zo nauw mogelijk gevolgd. Waar nodig werd een proxy gebruikt die zo dicht mogelijk de originele methodologie benaderde. De index wordt berekend door beleidsmaatregelen te selecteren en hun strengheid een score van nul tot zes te geven. Daarna worden de scores geaggregeerd tot een index.
Hieronder wordt de methode voor de berekening van de Vlaamse index toegelicht. De methode van OESO werd licht aangepast in 2022 waardoor de volledige tijdsreeks opnieuw berekend werd voor alle Europese landen. De data van Vlaanderen valt dus niet helemaal meer te vergelijken met die van de andere Europese landen gezien de kleine wijzigingen die plaatsvonden. Zo werd er onder andere een derde luik met sub-indices toegevoegd die focussen op technologie-ondersteunend beleid. Meer info via Measuring environmental policy stringency in OECD countries : An update of the OECD composite EPS indicator.

De “strengheid van het milieubeleid” is een samengestelde indicator, waarin 15 parameters worden opgenomen, elk met een specifiek gewicht. De indicator is opgebouwd uit twee grote luiken: marktgebaseerd beleid en niet-marktgebaseerd beleid, beide met een gewicht van 0,5.

Onder het marktgebaseerd beleid vallen vier rubrieken (taksen, handelssystemen, terugleververgoedingen of feed-in tarieven en waarborgsystemen), elk met een gewicht van 0,25 in het marktgebaseerde beleid of 12,5 % in de volledige indicator. Het niet-marktgebaseerde beleid omvat uitstootplafonds en overheidsuitgaven voor onderzoek & ontwikkeling, elk met een gewicht van 0,5 in het niet-marktgebaseerde beleid.

Elke rubriek is verder opgedeeld in een aantal parameters. De rubriek taksen bevat bijvoorbeeld 4 parameters: taksen (accijnzen) op CO2, NOx, SOx en diesel. Binnen de rubriek taksen heeft elke parameter een gewicht van 0,25. Het gewicht van elke parameter binnen een rubriek is afhankelijk van het aantal parameters, voor de meeste rubrieken hebben alle parameters eenzelfde gewicht. Aan elke parameter wordt een score van 0 tot 6 toegekend.

In Vlaanderen is er bijvoorbeeld geen taks op de uitstoot van SOx, waardoor de parameter de score 0 krijgt. Hoe hoger het percentage accijnzen en taksen op de totale prijs van diesel, hoe hoger de score.Als de accijnzen en taksen meer dan 60 % van de totale dieselprijs uitmaken, dan wordt de maximale score van 6 toegekend. Op bovenstaande wijze werd voor elke parameter een scoretabel opgesteld. Na het bepalen van de scores voor elke parameter, worden de scores geaggregeerd volgens de gewichten om tot de uiteindelijke eindscore te komen (Botta & Kozluk, 2014).

Brondata

VMM-MIRA – Strengheid van het milieubeleid in Vlaanderen

OECD – Milieustatistieken: Strengheid milieubeleid index

 

Laatste update

Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen