Vlaanderen loopt achterop qua aandeel hernieuwbare energie

Het aandeel van de hernieuwbare energie in de totale energieproductie bedroeg 10% in 2022 in Vlaanderen. Daarmee staat Vlaanderen achteraan de lijst van alle opgenomen landen. Landen als Nederland en Luxemburg zijn Vlaanderen voorbijgestoken in de afgelopen jaren. De jaarlijkse vooruitgang tussen 2005 en 2020 is relatief beperkt ten opzichte van de andere landen. Ook op dat vlak staat Vlaanderen achteraan. België doet het iets beter (13,8%), maar hangt nog steeds onderaan de ranglijst, net vóór Malta en Ierland en ver onder het Europese gemiddelde (23%).

Als we de evolutie van het aandeel hernieuwbare energie in transport, elektriciteit, verwarming en koeling afzonderlijk bekijken, valt op dat de stijging in de totale productie van groene energie tussen 2015 en 2022 voornamelijk bekomen werd door stijgingen in de groenestroomproductie en groene energie voor transport. Tegelijkertijd daalt het totale energieverbruik (GWh) licht tussen 2005 en 2022. Meer gedetailleerde info omtrent het energiegebruik in Vlaanderen kan men terugvinden op volgende webpagina. Voor hernieuwbare energie vindt men meer info terug op volgende webpagina. In vergelijking met het Europees gemiddelde staat Vlaanderen ver achter. In 2022 lag het percentage groene energie voor transport op circa 8% in Vlaanderen, terwijl het Europese gemiddelde 9,6% bedroeg. Voor elektriciteit enerzijds en verwarming en koeling anderzijds lag het Vlaamse aandeel in 2022 respectievelijk op, bij benadering, 20% en 7%, terwijl het Europese aandeel respectievelijk 41% en 25% bedroeg. Ook de jaarlijkse toename van het gebruik van hernieuwbare energie ligt bij elektriciteit en verwarming en koeling lager dan het Europees gemiddelde. De achterstand vergroot dus.

Bij elektriciteit wordt het lage aandeel aan groene energie in Vlaanderen bepaald door het lage aandeel van de productie van hernieuwbare elektriciteit. Toplanden als Zweden en Denemarken hebben veel meer windenergie ter beschikking. Oostenrijk heeft bijvoorbeeld heel wat waterkrachtcentrales. Deze landen kan men moeilijk vergelijken met Vlaanderen gezien het verschil in reliëf of kustlijn.

Omliggende landen zoals Duitsland en Nederland daarentegen hebben vaak een vergelijkbare mix van wind- en zonne-energie. Deze landen produceren wel meer hernieuwbare elektriciteit dan Vlaanderen. Beperkingen in ruimte voor hernieuwbare energie verklaren deels deze lagere positie. De hoeveelheid hernieuwbare elektriciteitsproductie is in België wat hoger dan in Vlaanderen. Offshore-windmolenparken spelen hier een rol, maar ook het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energieproductie ligt in Wallonië hoger dan in Vlaanderen. Op Belgisch niveau neemt de totale productie van zonne-en windenergie toe doorheen de tijd. Algemeen kan aangenomen worden dat dit in de toekomst alleen maar een groter aandeel zal innemen.

Hernieuwbare energie voor verwarming en koeling in Vlaanderen wordt vooral bepaald door biomassa. Sinds 2010 is het gebruik van biomassa, vooral hout, voor verwarming relatief constant gebleven. De toename zit nu vooral bij warmtepompen en zonneboilers. Ook hier kan gesteld worden dat zowel warmtepompen als zonneboilers de komende jaren alleen maar aan belang zullen winnen.

Meer details over de evolutie van hernieuwbare energieproductie in Vlaanderen staan op Energiesparen.be.