Broeikasgasproductiviteit

Laatste update

Op deze pagina

De Vlaamse broeikasgasproductiviteit verbetert in de loop der tijd

De broeikasgasproductiviteit geeft de verhouding weer tussen het reëel Bruto Binnenlands Product (BBP) en de uitstoot van broeikasgassen, uitgedrukt in kg CO2-equivalenten. We nemen hiervoor 2005 als referentiejaar. Er wordt bij deze indicator enkel gekeken naar de Vlaamse uitstoot exclusief deze van de huishoudens. Enkel de emissies van economische activiteiten worden dus beschouwd. In de data van de Vlaamse economische activiteiten zitten wel nog de broeikasgasemissies van het transport dat afkomstig is van de huishoudens.

De hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen van de Vlaamse economische activiteiten, dus exclusief de uitstoot van huishoudens, daalt sinds 2005, terwijl het BBP toeneemt. De broeikasgasproductiviteit verbetert dus in de loop der tijd. In 2020 zorgde de sterke daling in de broeikasgasuitstoot, door onder andere verminderd transport en het stilleggen van heel wat economische activiteiten, ervoor dat de daling in het BBP teniet werd gedaan en de broeikasgasproductiviteit toch toenam. Het is afwachten hoe deze trend verder zal evolueren.

Reducties in broeikasgasemissies worden vooral gerealiseerd in de energiesector en de industrie

De belangrijkste reducties in broeikasgasemissies kwamen tot stand in de energiesector. Dat is te danken aan de sluiting van enkele elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen, de uitbouw van de productie van hernieuwbare energie voor elektriciteit en warmte, en een verbetering van de energie-efficiëntie.

Bij de industrie is de afname in broeikasgasemissies het gevolg van verbeteringen in energie-efficiëntie door het Europees emissiehandelssysteem en door de energieconvenanten met de Vlaamse overheid. Ook de verplaatsing van industriële activiteiten naar andere landen speelt hier een rol.

In de transportsector stellen we een lichte daling vast van broeikasgasemissies. Het lagere brandstofverbruik van voertuigen volstaat echter  niet om de gevolgen van de toename van de hoeveelheid transport sterk te compenseren. Sinds 2016 slagen de maatregelen er wel stilaan in om de groeiende vraag naar mobiliteit te compenseren. Deze groeiende vraag kan deels verklaard worden door de grote verspreiding van bebouwing in Vlaanderen. Die zorgt er namelijk voor dat veel Vlamingen sterk afhankelijk blijven van hun auto voor verplaatsingen. Ook het blijvende fiscale voordeel van bedrijfswagens ontmoedigt niet om de auto minder te gebruiken. Het aantal bedrijfswagens in Vlaanderen blijft ook, met uitzondering van 2020, toenemen.

De emissies in de landbouwsector daalden tot 2008 door de afbouw van de veestapel, strengere bemestingsnormen in het kader van het mestbeleid, productiviteitsstijgingen en een daling van het energiegebruik door investeringen in energiebesparende en hernieuwbare technologieën. Sinds 2008 zijn de totale broeikasgasemissies in de landbouwsector min of meer stabiel, de laatste jaren namen ze zelfs terug licht toe waardoor de eerdere afname teniet gedaan werden.

Productiviteitsindicatoren beschouwen enkel de broeikasgasemissies op het Vlaamse grondgebied. Ongeveer 60% van de broeikasgasuitstoot door Vlaamse consumptie ontstaat in het buitenland en wordt dus niet meegenomen in deze cijfers. Om de volledige koolstofvoetafdruk van onze consumptie te bepalen, moeten we ook rekening houden met de import van consumptiegoederen en corrigeren we voor export. In de periode tussen 2010 en 2016 waren de broeikasgasemissies die onze import voor consumptie veroorzaakt dubbel zoveel als de broeikasgasemissies gekoppeld aan export. Vlaanderen besteedt dus netto broeikasgasemissies uit aan het buitenland.
Meer details over de evolutie van onze broeikasgasemissies en de koolstofvoetafdruk staan op Koolstofvoetafdruk - Statistiek Vlaanderen.

In vergelijking met de andere Europese landen staat de Vlaamse broeikasgasproductiviteit achteraan de middenmoot

In vergelijking met de Europese landen staat de broeikasgasproductiviteit van Vlaanderen eerder achteraan in de middenmoot. Ten opzichte van onze buurlanden scoren we zelfs het laagst.
Deze positie kan deels verklaard worden door de samenstelling van onze economie. Zo hebben we een relatief hoog aandeel industrie in energie-intensieve sectoren zoals staal, raffinage en chemie. Daarbij komt een hoge hoeveelheid goederenvervoer en een intensieve landbouwsector.
Daarnaast zijn er voor de specifieke sectoren diverse factoren die vooruitgang t.o.v. andere landen moeilijker maken.

De relatief lage broeikasgasproductiviteit in de industrie is vooral te wijten aan een belangrijke aanwezigheid van energie-intensieve sectoren als staal, raffinage en chemie. De technologische prestatie van de industrie op vlak van energie ten opzichte van andere landen is moeilijk te beoordelen. Regulering is vooral Europees georganiseerd door het emissiehandelssysteem.

Op vlak van transport is de stand van de technologie niet anders dan in andere landen en we hebben een relatief nieuw wagenpark. Hier speelt vooral de toegenomen hoeveelheid transport een rol en dan vooral in het wegverkeer. Dit is vooral te wijten aan het vrachtvervoer, waar we ten opzichte van de meeste Europese landen een iets grotere toename zien. Ook op vlak van personenvervoer zien we geen echte daling in het absolute aantal personenkilometers.

Het effect van COVID op de broeikasgasprodutiviteit is zeer gelijkaardig in de verschillende Europese landen. Overal werd een vrij sterke toename opgemerkt, en compenseerde de reductie in emissies de afname in het BBP. Opnieuw is het afwachten of de reductie in emissies zal verdergezet worden na de crisis.

Aanvullende informatie

De broeikasgassen die beschouwd worden bevatten CO2, N2O in CO2 equivalent, CH4 in CO2 equivalent, HFC in CO2 equivalent, PFC in CO2 equivalent, SF6 in CO2 equivalent, NF3 in CO2 equivalent. Het gaat hier om de broeikasgasemissies door de verbranding van fossiele brandstoffen. Het zijn directe emissies, uitgestoten op Vlaams grondgebied, inclusief bijschatting verkochte brandstof wegverkeer en binnenlandse zeescheepvaart conform internationale rekenregels en exclusief bunkers, sinks, emissies & sinks uit bossen en indirecte effecten. Om de evolutie binnen Vlaanderen in de tijd te bekijken is het BBP uitgedrukt in kettingeuro's met referentiejaar 2015. Het BPP in kettingeuro’s is een synoniem voor het BBP in constante prijzen en wordt berekend aan de hand van het groeipercentage. Bij een vergelijking tussen landen is het BBP uitgedrukt in euro koopkrachtpariteiten. Dit omdat een uitdrukking in kettingeuro’s het niet mogelijk maakt om de niveaus over de landen te vergelijken.

Om tot de broeikasgasemissies van louter de economische activiteiten te komen, werden de broeikasgasemissies van de huishoudens afgetrokken van de totale broeikasgasemissies van een land en Vlaanderen. Omdat op Vlaams niveau de broeikasgasemissies uitgestoten door het transport van huishoudens niet vervat zit in de broeikasgasemissie gegevens van de huishoudens, worden deze niet van de totale emissies afgetrokken. De gegevens op deze pagina stellen dus de broeikasgasemissies van alle economische activiteiten voor inclusief de broeikasgasemissies van het transport van huishoudens. Dit geldt ook voor de Europese gegevens.

Brondata

VMM – Totale broeikasgasuitstoot per gas

VMM – Broeikasgasemissies per sector

Eurostat – Broeikasgasemissies Europese landen

Eurostat – Broeikasgasemissies Europa per NACE Rev. 2 activiteit

Instituut voor Nationale Rekeningen, Regionale rekeningen – BBP Vlaanderen

Europese Commissie AMECO – BBP Europese landen

Febiac – Evolutie van de inschrijvingen van nieuwe bedrijfswagens

Laatste update

Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen