Materiaalproductiviteit

Laatste update

Op deze pagina

De Vlaamse materiaalproductiviteit verbetert in de loop der tijd

De materiaalproductiviteit geeft de verhouding weer tussen het reëel Bruto Binnenlands Product en het binnenlands materiaalverbruik (domestic material consumption) (DMC), uitgedrukt in kilogram. Materiaalverbruik wordt berekend per materiaalcategorie en dus niet volgens type gebruiker. Het is voor deze indicator dus niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen het materiaalverbruik van de Vlaamse sectoren en dat van de huishoudens. 2018 is het laatste jaar waarvoor de Vlaamse DMC berekend werd.

Tussen 2002 en 2018 bleef de Vlaamse materiaalconsumptie relatief constant terwijl het BBP toenam in dezelfde periode. De materiaalproductiviteit verbetert dus in de loop der tijd. Dit kan grotendeels verklaard worden door een verschuiving van de Vlaamse economie naar een grotere dienstensector. Diensten hebben geen massa en worden niet uitgedrukt in gewicht, bijgevolg hebben deze handelsstromen ook weinig impact op de DMC. Ook de uitbesteding aan het buitenland van materiaal-intensieve productiestappen zorgt voor een toenemende materiaalproductiviteit.

In tegenstelling tot de andere hulpbronnen, zijn cijfers voor materiaalverbruik niet beschikbaar op sectorniveau, maar wel voor het soort materialen. De belangrijkste materiaalsoorten die deel uitmaken van de Vlaamse DMC in 2018 zijn fossiele brandstoffen (42%), niet-metallische mineralen zoals zand en grind (29%) en biomassa (22%). Het verbruik van metalen (8%) is minder belangrijk.
Sinds 2002, het eerste jaar waarvoor de DMC in Vlaanderen is berekend, is het verbruik van metalen (+40%), fossiele brandstoffen (+7%) en niet-metallische mineralen toegenomen (+4%). Het verbruik van biomassa is afgenomen (-17%).

DMC is internationaal de meest gebruikte maatstaf om materiaalverbruik te meten, maar daarbij wordt alleen gekeken naar de binnenlandse consumptie van materialen. DMC houdt geen rekening met de grondstoffen die in het buitenland gebruikt worden tijdens de volledige productieketen van het verhandelde product. Als we de volledige materialenvoetafdruk van onze consumptie beschouwen, dan valt op dat bijna 90% van onze materialenvoetafdruk zich in het buitenland bevindt.

Meer details over de Vlaamse materiaalconsumptie is te vinden via Circulaire Economie monitor – Materiaalconsumptie door de Vlaamse economie en OVAM.

Voor materiaalproductiviteit scoort Vlaanderen gemiddeld in vergelijking met de Europese landen

In vergelijking met de Europese landen staat Vlaanderen in de middenmoot, maar als we louter met onze buurlanden vergelijken scoren we het laagst. Verschillende factoren spelen een belangrijke rol in internationale vergelijkbaarheid, zoals grootte en productiviteit van de economie, inwonersaantal en -dichtheid, consumptiepatronen, klimaat, de samenstelling (type activiteiten) van de economie, de beschikbaarheid van grondstoffen of alternatieve grondstoffen en de gebruikte technologieën.

Het is moeilijk om de verschillen tussen Vlaanderen en België te verklaren. In de Vlaamse cijfers vormt interregionale handel een substantieel onderdeel, waardoor een groter deel van het materiaalgebruik van de hele productieketen niet wordt meegeteld omdat dit in andere gewesten plaatsvindt. Ook de databronnen zijn verschillend. In tegenstelling tot andere indicatoren maken de Vlaamse data geen deel uit van de Belgische datasets, maar gebeuren berekeningen onafhankelijk van elkaar.

Aanvullende informatie

De Domestic Material Consumption (DMC) geeft het materiaalgebruik van binnenlandse productie- en consumptie weer. De DMC meet de totale hoeveelheid materialen die direct door een economie worden gebruikt (exclusief indirecte stromen), zoals biomassa, metaalertsen, fossiele brandstoffen, niet-metallische mineralen. De Vlaamse materiaalconsumptie wordt berekend door de fysieke export van materialen af te trekken van de directe materiaal input (DMI).
Om de evolutie binnen Vlaanderen in de tijd te bekijken is het BBP uitgedrukt in kettingeuro's met referentiejaar 2015. Het BPP in kettingeuro’s is een synoniem voor het BBP in constante prijzen en wordt berekend aan de hand van het groeipercentage. Bij een vergelijking tussen landen is het BBP uitgedrukt in euro koopkrachtpariteiten. Dit omdat een uitdrukking in kettingeuro’s het niet mogelijk maakt om de niveaus over de landen te vergelijken.

Dit zijn de meest recente data voor Vlaanderen. Er wordt een nieuwe doorrekening van de Vlaamse DMC gepland in 2022.

Brondata

Circulaire Economie monitor – DMC Vlaanderen

Eurostat – DMC Europese landen

Instituut voor Nationale Rekeningen, Regionale rekeningen – BBP Vlaanderen

Europese Commissie AMECO – BBP Europese landen

Laatste update

Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen