De sectorresultaten geven weer in welke mate de productiviteit van de Vlaamse sectoren industrie, energie, landbouw, handel & diensten, huishoudens en transport individueel verbetert. In plaats van met het BBP (= voor heel de economie), wordt hier gewerkt met de Bruto Toegevoegde Waarde (BTW) (= per sector). Voor huishoudens en transport kan men geen BTW bepalen. Voor deze sectoren wordt daarom vergeleken met respectievelijk het aantal inwoners en de gereden kilometers voor personen- en goederenvervoer. We spreken voor deze twee sectoren dan ook niet echt over productiviteit zoals die bij de andere sectoren wordt gedefinieerd, maar geven de verbruiksgegevens mee.

De hulpbronnen-productiviteit neemt het meest toe voor de sectoren industrie en energie

De hulpbronnen-productiviteit neemt het meest toe voor de sectoren industrie en energie. Die dragen ook relatief veel bij aan het gebruik van hulpbronnen. Deze vooruitgang is dus relatief belangrijk. In mindere mate gaan handel & diensten en huishoudens ook vooruit. Uit een vergelijking tussen Europese landen blijkt wel dat het energiegebruik van de huishoudens nog relatief hoog ligt ten op zichte van de rest van Europa.

De kleinste verbetering van de hulpbronnen-productiviteit zien we bij landbouw en transport. Voor landbouw blijft het gebruik van hulpbronnen relatief constant, terwijl de toegevoegde waarde van de hele sector afneemt. Maar de cijfers voor deze sector zijn minder zeker. Voor transport blijft de milieudruk toenemen. Voertuigen worden milieuvriendelijker en zuiniger, maar het effect daarvan wordt teniet gedaan door de toegenomen hoeveelheid transport. De shift naar meer milieuvriendelijke modi, zoals openbaar vervoer, is ook beperkt.

Impact van corona uit zich in verstoring van de trends

De Vlaamse sectoren leden onder de corona-crisis. Op de energiesector na, daalde de Bruto Toegevoegde Waarde (BTW) van elke sector in 2020. De landbouw werd het hardst geraakt, daar nam de BTW in 2020 af met 6,5% t.o.v. 2019. De landbouwsector is de enige sector waar ook de verbruiken van alle hulpbronnen behalve ruimte, toenamen. Daardoor nam de productiviteit van deze sector sterk af in 2020.
Voor de energiesector zagen we het omgekeerde gebeuren. Door de toename in de BTW van deze sector en een afname in het gebruik van alle hulpbronnen nam de productiviteit van deze sector toe. Ook in de handel&diensten sector namen de broeikasgas-, energie- en waterproductiviteit toe door een sterkere afname in het verbruik dan in de BTW. Die afname in het verbruik is waarschijnlijk deels toe te wijzen aan het vele thuiswerk, maar ligt ook in lijn met eerdere jaren. Voor de industrie nam enkel de broeikasgasproductiviteit toe door de sterkere afname in broeikasgasemissies dan in het BBP. Bij de andere hulpbronnen nam het verbruik ofwel licht toe, of was de afname niet groter dan de afname in het BBP, waardoor de productiviteiten afnamen.

In 2020 namen het energieverbruik en de broeikasgasemissies van de huishoudens verder af. Het waterverbruik nam opnieuw licht toe, dit is waarschijnlijk toe te wijzen aan het vele thuiswerk. Het ruimtegebruik bleef constant.
Het energieverbruik en de broeikasgasemissies van de transportsector namen zeer sterk af in 2020, dit in tegenstelling tot de voorgaande jaren waar de verbruiken meestal rond dezelfde waarde bleven schommelen. Het is af te wachten of deze trend zich zal voorzetten of dat de afname louter toe te wijzen is aan de coronacrisis.