De sector-resultaten geven weer in welke mate de productiviteit van de Vlaamse sectoren industrie, energie, landbouw, handel & diensten, huishoudens en transport individueel verbetert. In plaats van met het BBP, dat wordt gebruikt voor de productiviteit van de volledige Vlaamse economie ten opzichte van andere landen, wordt hier gewerkt met de bruto toegevoegde waarde (BTW) per sector. Aangezien voor huishoudens en transport geen BTW valt te bepalen, wordt naar respectievelijk het aantal inwoners en de gereden kilometers voor personen- en goederenvervoer gekeken. Omdat de meetmethoden voor de voertuigkilometers sterk gewijzigd zijn en geen historische terugtellingen beschikbaar zijn, kunnen de verschillende cijfers doorheen de tijd niet met elkaar vergeleken worden. Om die reden wordt voor transport louter de evolutie van de uitstoot van broeikasgassen en van het energiegebruik bekeken. We spreken voor huishoudens en transport dan ook niet echt over productiviteit zoals die bij de andere sectoren wordt gedefinieerd, maar geven de verbruiksgegevens mee.

De hulpbronnenproductiviteit neemt het meest toe voor de industrie-, energie- en handel & dienstensectoren

De hulpbronnenproductiviteit neemt het meest toe voor de sectoren energie, handel & diensten en industrie. Zij dragen ook relatief veel bij aan het gebruik van hulpbronnen. Deze vooruitgang is dus relatief belangrijk. Huishoudens gaan er voornamelijk qua energiegebruik en uitstoot van broeikasgassen op vooruit. Het ruimtegebruik per inwoner neemt daarentegen verder toe. In vergelijking met de rest van Europa blijft het energiegebruik van de Vlaamse huishoudens nog relatief hoog.

De kleinste verbetering van de hulpbronnenproductiviteit zien we bij landbouw en transport. Voor landbouw blijft het gebruik van hulpbronnen relatief constant, terwijl de toegevoegde waarde van de hele sector afneemt (al zijn de cijfers voor deze sector minder zeker). Ondanks dat voertuigen milieuvriendelijker en zuiniger worden, zorgt de toegenomen hoeveelheid transport nog steeds voor een stijgende milieudruk.

De COVID-crisis verstoort de trends

Alle Vlaamse sectoren leden onder de COVID-crisis. Op de energiesector na daalde de BTW van elke sector in 2020. In 2021 (+8,4%) en 2022 (+3,4%) groeide het BBP in Vlaanderen terug ten opzichte van 2020.

Na de heropleving van de economie verbeterde de productiviteit in de industriesector voor zowel water, energie, broeikasgassen als ruimte in 2021 en 2022.

De hulpbronnenproductiviteit van de energiesector blijft post-COVID fluctueren onder invloed van de economische groei en de energiecrisis. 

In de handel & dienstensector schommelen zowel het water- en energiegebruik als de uitstoot van broeikasgassen naargelang de verwarming van gebouwen en de weersomstandigheden. De impact van thuiswerk en hybride werken op het gebruik van de eerder vermelde hulpbronnen kan momenteel nog niet uit de data afgeleid worden.

In de landbouwsector daalde de broeikasgasuitstoot in 2022 ten opzichte van 2021. Deze daling zou kunnen wijzen op een algemene kentering, mogelijk binnen de beoogde uitkomsten van het stikstofdecreet van de Vlaamse Regering. Bij gebrek aan voldoende data kunnen we hier op dit moment nog geen duidelijke conclusies over trekken. Merk op dat de landbouwcijfers veel meer gebaseerd zijn op schattingen en berekeningen dan op specifieke metingen, en daarom minder zeker zijn dan die voor de andere sectoren.