Beroepen tegen gemeentelijke beslissing

Laatste update

Temporeel bereik

2010-2016

Met deze indicator volgen we de evolutie van de beroepen die worden ingesteld tegen de stedenbouwkundige vergunningen.

De deputatie ontving slecht voor 3,5% van het totaal aantal aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning een beroep tegen die gemeentelijke beslissingen. Die verhouding bleef in de periode 2010-2016 ook vrij stabiel. Er werd vooral in beroep gegaan tegen beslissingen over aanvragen van woningen of bijgebouwen. Dit is niet verwonderlijk, want 58% van alle aanvragen behoren tot deze categorie. 

Uit het vergunningenregister kan worden afgeleid dat in de periode 2010-2016 de meeste beroepen (47%) werden aangetekend door de aanvrager zelf, en in mindere mate (10%) door derden (buren of andere belanghebbenden). De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of de adviesinstanties ging niet zo vaak in beroep (beide 3%). Het register bevat echter een hoog aantal dossiers (38%) waarbij niet is ingevuld wie het beroep heeft ingediend. Hierover is dan ook geen verdere informatie beschikbaar.

Bij beroepen tegen verleende vergunningen oordeelt de deputatie in 59% van de gevallen dat de vergunning alsnog mag worden verleend (eventueel met aangepast voorwaarden). Hoewel gemeenten relatief weinig aanvragen weigeren (ca. 8%), wordt tegen meer dan een kwart van die weigeringen in beroep gegaan. 45,4% van de ingestelde beroepen tegen een weigering leidt tot een vergunning van de aanvraag (mits eventuele voorwaarden). 

Er wordt vooral beroep aangetekend tegen de weigering van een aanvraag (27%). Slechts in 1,6% van de gevallen wordt in beroep gegaan tegen een afgeleverde vergunning.

Aanvullende informatie

Definitie

Wanneer de burger of een organisatie van oordeel is dat een beslissing van een overheid over een stedenbouwkundige vergunning hem nadeel berokkent, bestaat de mogelijkheid om hiertegen te reageren en in beroep te gaan.

Een beroepschrift slaat op het beroep dat door de beroepsindiener (aanvrager, derde, departement omgeving, adviserende overheid) werd ingediend. Een beroepsbeslissing slaat op de beslissing van de deputatie.

Beleidscontext

Sinds 1999 is er een wetgeving van kracht die alle Vlaamse gemeenten verplicht om een gemeentelijk vergunningenregister op te stellen. Dit is een register waarin voor het grondgebied van de gemeente perceelsgebonden informatie is opgenomen met betrekking tot de ruimtelijke ordening - m.a.w. alle vergunningsaanvragen, afgeleverde vergunningen, weigeringen, beroepen en meldingen - voor alle vergunningsplichtige werken en handelingen. Het register bevat data die terug gaan tot 1962, wanneer voor het eerst een stedenbouwwet van kracht werd in het toenmalige federale België.

Momenteel hebben 288 van de 308 gemeenten een goedgekeurd vergunningenregister en 20 gemeenten hebben een ontwerp-vergunningenregister. Dit resulteert in een databank met ongeveer 4,5 miljoen aanvragen voor vergunningsplichtige werken en handelingen. Een gemeente met een goedgekeurd register maakt twee keer per jaar de update aan het departement over. De technische richtlijnen bepalen de structuur en invulling van het vergunningenregister, zodat er uniformiteit is over gans Vlaanderen.

Databronnen

Gezien het gaat over reguliere aanvragen, werd gebruik gemaakt van de data uit ASTVER, ASTVER2009, ASTVER2014 en ASTVEROS. Voor werden er geen beroepen terug gevonden. De weigeringen en stilzwijgende weigeringen van het college van burgemeester en schepenen werden samengevoegd omdat ze voor de aanvrager weinig verschillend zijn.

Voor de ‘eigen’ beroepen, m.a.w. deze afkomstig van het departement, werd de eigen database gebruikt. De database dekt gans het grondgebied Vlaanderen en het feit dat het om brongegevens gaat, verkleint de kans op foutieve gegevens. Sinds 2012 beslist de leidend ambtenaar over de beroepen. Gezien het grondig verschil met voordien, wordt hier enkel rekening houden met de periode 2012-2016.

Berekeningswijze

Het onderzoek is toegespitst op de beroepen van de stedenbouwkundige vergunningen bij de deputatie. Deze dossiers vallen onder de reguliere procedure en vallen in eerste aanleg onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen (CBS).

Zoals eerder beschreven is sinds september 2009 de wetgeving gewijzigd, waardoor de deputatie verantwoordelijk werd voor de beroepen tegen de stedenbouwkundige vergunningen na de beslissing door het CBS. 2010 is het eerste volledig jaar waarin de gewijzigde wetgeving van toepassing is. Voor de analyse wordt dus gebruik gemaakt van data vanaf 2010 uit de vergunningenregisters (toestand 31/12/2016; data binnengekregen tegen 05/09/2017), met uitzondering van de beroepen door het departement vanaf 2012. Inzake het vergunningenregister kunnen updates van de gegevens voor het jaar 2016 lager liggen, omdat nog niet alle gegevens ontvangen werden. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze data dus niet helemaal volledig, maar een meer volledige databron is momenteel niet voorhanden.

Datakwaliteit, methodekwaliteit en mogelijke verbeteringen

Een deel van de gegevens werd niet verwerkt (16,7%). Dit betrof dossiers met een negatieve termijn (er werd volgens die gegevens vroeger een beslissing genomen dan beroep werd ingediend), 0 dagen of meer dan 105 dagen. Er werden een aantal dossiers met meer dan 105 dagen gecontroleerd. Allen bleken het om foute invoeringen in het vergunningenregister.

Laatste update

Temporeel bereik

2010-2016

Geografisch bereik
Vlaanderen

Deze indicator hoort bij de volgende onderwerpen